Lieve Truyman (N-VA): Mijnheer de minister, In uw beleidsnota schrijft u dat u met deze 3 instellingen (De Munt, het Nationaal Orkest, het Paleis voor Schone Kunsten) het traject zal opstarten om een nieuwe beheersovereenkomst te sluiten.
Tegen wanneer beoogt u die te kunnen finaliseren? 

Ik ben blij te lezen dat u verder wil inzetten op synergieën, niet alleen op programmatorisch maar ook op operationeel vlak, om op die manier efficiëntiewinsten te boeken.
In uw volgende beleidsnota’s hopen we daar de resultaten van te mogen vernemen. 

In het kader van de verdere integratie van het Nationaal Orkest en het Paleis voor Schone Kunsten zijn we ook benieuwd naar de verdere operationele samenwerking. Goed dat u die in samenspraak met de instellingen zelf gaat bekijken. Opgelegde samenwerking levert doorgaans maar matige of zelfs minder goede resultaten op. 
De samenwerkingen die Bozar heeft ontwikkeld met de gemeenschappen en met het Brussels Hoofdstedelijke Gewest kunnen inderdaad een inspiratiebron zijn voor de andere federale culturele instellingen. De ontwikkeling van een structureel beleid is ons inziens ook aangewezen indien de andere twee instellingen dergelijke samenwerkingen zouden opstarten. 
Cultuur is bij uitstek gemeenschapsbevoegdheid, dus een goede afbakening van ieders werkterrein en een goede rolverdeling lijken ons essentieel. 

 Het Nationaal Orkest lijkt vooral in te zullen zetten op continuïteit. Maar daarnaast zal het dus ook actiever de stad intrekken en zich op allerhande locaties tot verschillende doelgroepen richten. Als we de drempel naar cultuurbeleving willen verlagen, is dat inderdaad één van de wegen die best bewandeld wordt.  

 Bij De Munt noteren we uw vastberadenheid om de administratie te hervormen en te moderniseren. Ik denk dat iedereen hier het er volstrekt mee eens is dat aantal uitwassen uit het verleden, zoals dubieuze aankopen met creditcards, niet voor herhaling vatbaar zijn.  

 Ook bij het Paleis voor Schone Kunsten merken we continuïteit in de werking, maar ook inspanningen om een bijdetijds aanbod uit te werken. Goed dat er voldoende aandacht en middelen worden geïnvesteerd in het renoveren en moderniseren van de infrastructuur, want dat lijkt toch wel een blijvend werkpunt voor de eerstkomende jaren.  

Kortom, mijnheer de minister, wij hebben gemerkt dat u ook deze bevoegdheden ter harte neemt, om de werking van de drie federale culturele instellingen structureel te verbeteren. We wensen u daar alle succes bij.